Tekst: Dick van Rietschoten
Net als in veel andere steden Zijn de afgelopen jaren ook in Den Haag tal van Stolpersteine geplaatst. Dat zijn kleine gedenkstenen ter herinnering aan personen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd naar vernietigingskampen. Een Stolperstein oftewel ‘struikelsteen’ wordt gelegd in de trottoirs voor de huizen waar de kampslachtoffers woonden. Den Haag telt er in totaal a1 ruim 130, maar in de Vogelwijk is zo’n gedenksteen, voorzien van een messing plaatje met naam, geboortedatum, arrestatiedatum en plaats van overlijden, nog niet te vinden. Waarschijnlijk komt daar binnen afzienbare tijd verandering in. Sportlaanbewoner Han Mulder wil bij de gemeente een Stolperstein aanvragen om die neer te leggen bij het adres Pauwenlaan 11. Daar woonde de hoogbejaarde Joodse vrouw Francisca Möller, die op 20 maart 1943 op 87-jarige leeftijd in het concentratiekamp Sobibor bij de Pools-Russische grens werd vergast.
Westerbork
Enkele maanden geleden herlas Han Mulder de oorlogsherinneringen van wijkbewoners die beschreven staan in het Vogelwijkboek Een Haagse oase aan zee uit 2008. Daarin staat vermeld dat in 1943 bij ee’n razzia een Joodse familie uit het huis aan de Pauwenlaan 11 was weggevoerd. Hij Wilde er meer over weten, vroeg de wijkblad- redactie hem te helpen met nader onderzoek en zocht ook contact met Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Dankzij gegevens uit de Collectie Naam & Gezicht van Kamp Westerbork, een aantal nuttige tips van wijkgenoot Gerco van der Heiden en een duik in het bevolkingsregister van Amsterdam ontstond zo een intrigerend verhaal over de mensen die aan het begin van de bezettingstijd op Pauwenlaan 11 verbleven.
Gezelschapsdame
Francisca Möller werd op 6 januari 1856 in Amsterdam geboren als dochter van Victor Möller en Sara Levie Nova. Ze bleef haar leven lang alleenstaand en als volwassen vrouw voorzag ze volgens de Amsterdamse burgerlijke stand in haar levensonderhoud als Juffrouw van gezelschap. Dergelijke vrouwen, in de wandeling meestal aangeduid als gezelschapsdame, hielden tegen betaling eenzame oude of zieke mensen gezelschap en verrichtten lichte huishoudelijke bezigheden.
In 1921 verhuisde Francisca, kort nadat ze 65 jaar was geworden, naar Den Haag. De reden van het vertrek uit haar geboortestad is niet bekend. In Den Haag kreeg ze aanvankelijk op verschillende adressen, onder meer in de 2e Schuytstraat en op de Beeklaan, kost en inwoning bij Joodse mensen die ze verzorgde. Ze woonde ook nog een aantal jaren in het Bezuidenhout bij een oudere zus van haar, die echter in 1930 overleed. Uiteindelijk nam Francisca haar intrek in een pension (respectievelijk op de Stadhouderslaan en de Scheveningseweg) en in 1940 werd ze, inmiddels al halverwege de tachtig, in huis genomen door de familie Kaufmann die net op de Pauwenlaan 11 was komen wonen. Aannemelijk is dat de Kaufmanns bekenden van haar waren.
Opgepakt en vrijgelaten
Het gezin Kaufmann bestond uit Martin Douglas Kaufmann (geboren in 1901 in Birmingham) en zijn vrouw Petronella Brood (geboren in 1898 in Zwolle) en een dochter van Petronella uit een eerder huwelijk: Margaretha Groen. Martin was van oorsprong Joods, maar volgens archiefkaarten was hij Nederlandse Hervormd geworden. Petronella stond als doopsgezind te boek.
In februari 1941 wordt Kaufmann aan de Pauwenlaan door Duitse militairen Opgepakt en naar de gevangenis in Scheveningen overgebracht. Om onduidelijke redenen wordt hij echter in mei 1941 weer vrijgelaten, wellicht omdat hij kon aantonen dat hij protestants was geworden en met een Nederlandse niet-Joodse vrouw was getrouwd. Hij keert terug naar de Pauwenlaan, waar Petronella met haar dochter Margaretha en de fysiek zwakke Francisca was achtergebleven.
Ziekenhuis
Begin februari 1943 moeten de bewoners van Pauwenlaan 11 in het kader van de gedwongen evacuatie hun huis uit. Martin en Petronella verhuizen naar Amsterdam, waar ze gaan wonen aan het Olympiaplein. Dochter Margaretha trouwt in die periode met ene Bert Berends en gaat elders in Den Haag wonen. De ziekelijke Francisca Moller, die de Duitsers bij de arrestatie van Martin in 1941 nog ongemoeid hadden gelaten, belandt dezer dagen in het toenmalige gemeenteziekenhuis aan de Zuidwal. De Duitsers hebben het nu echter toch op haar voorzien. Op 6 maart 1943 wordt ze in het ziekenhuis door de Duitsers Opgepakt en overgebracht naar kamp Westerbork. Ook daar komt ze op de verpleegafdeling terecht. Tien dagen later echter wordt de weerloze 87-jarige vrouw samen met bijna duizend andere Joodse gevangenen in goederenwagons gedreven, op weg naar vernietigingskamp Sobibor. Daar
overlijdt Francisca op 20 maart.
In totaal zijn er in de bezettingstijd 19 transporten vanuit Westerbork naar Sobibor vertrokken. Van de 34.313 mensen die op transport werden gesteld, hebben slechts achttien de oorlog overleefd. Martin Kaufmann overleefde de oorlog ook. Hij bleef in Amsterdam wonen en overleed in 1966.
Meer informatie over stolpersteine (struikelstenen): http://struikelstenen.nl/
Waar in Den Haag liggen er struikelstenen: https://www.joodserfgoeddenhaag.nl/stolpersteine-struikelstenen-in-den-haag/
2 commentaar
Dick, wat een indrukwekkend en ontroerend verhaal !!! Wat goed, dat je dit verhaal, dat helaas meer dan 100.000 keer kan worden herhaald, aan de vergetelheid hebt ontrukt. Vanavond om 8 uur zal ik aan Francisca denken, tesamen met veel anderen, die mij weer voor de geest zullen komen.
Hoe is dit mogelijk geweest,heel erg om zo,n zieke vrouw mee te nemen. Een emotioneel verhaal!! Daar moet zeker zo,n steen komen. Ik heb deze stenen ook in Valkenburg gezien.